Geloven in een God
die niet bestaat

Klaas Schakel in gesprek met ChatGPT over het boek ‘Geloven in een God die niet bestaat’, van Klaas Hendrikse.

KS. Kunt u de inhoud van het boek ‘Geloven in een God die niet bestaat’ van Klaas Hendrikse beschrijven?

ChatGPT:

Ja, natuurlijk. Geloven in een God die niet bestaat: Manifest van een atheïstische dominee is een boek uit 2007 van Klaas Hendrikse, een Nederlandse predikant die bekend werd om zijn controversiële opvattingen over het geloof en het bestaan van God.

Kerninhoud van het boek

Hendrikse stelt dat God geen zelfstandig bestaand wezen is, maar eerder iets wat tussen mensen gebeurt. Zijn visie sluit aan bij een procesmatig en relationeel godsbeeld: God bestaat niet op zichzelf, maar ontstaat in menselijke interactie en ervaring. Dit betekent dat geloof geen kwestie is van aannemen dat God objectief bestaat, maar eerder een manier van in het leven staan.

Belangrijkste thema’s

  1. God als ervaring, niet als entiteit
    • Hendrikse verwerpt het traditionele theïsme en stelt dat God alleen bestaat in de beleving van mensen.
    • Hij ziet God als een werkwoord: “God gebeurt,” in plaats van “God is.”
  2. De Bijbel als menselijke constructie
    • Volgens Hendrikse is de Bijbel geen goddelijk geïnspireerd boek, maar een verzameling menselijke verhalen over hun zoektocht naar betekenis en zingeving.
    • Jezus wordt door hem niet gezien als de zoon van God in een letterlijke zin, maar als iemand die een bijzondere manier van leven en omgaan met anderen voorstelde.
  3. Atheïsme en religie kunnen samengaan
    • Hendrikse noemt zichzelf een “atheïstische dominee” en stelt dat je zonder een geloof in een persoonlijke God toch religieus kunt zijn.
    • Hij wijst op de kracht van rituelen, gemeenschapsvorming en zingeving binnen religie, zonder dat er een bovennatuurlijke entiteit aan te pas hoeft te komen.
  4. De impact op kerk en theologie
    • Hendrikse’s ideeën veroorzaakten veel discussie binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
    • Sommigen beschuldigden hem van ketterij, terwijl anderen zijn werk zagen als een moderne en eerlijke benadering van geloof.

Conclusie

Geloven in een God die niet bestaat is een uitdagend en provocerend boek dat traditionele geloofsopvattingen ter discussie stelt. Het is vooral interessant voor mensen die zich afvragen hoe geloof en atheïsme samen kunnen gaan, en voor wie worstelt met een traditioneel godsbeeld maar toch waarde hecht aan religieuze en spirituele ervaringen.

Ben je het eens met zijn visie, of heb je juist een andere kijk hierop?

 

KS. Dit lijkt te passen in de manier waarop mensen als Freud, Jung en Fromm naar religie kijken.

ChatGPT:

Ja, absoluut! De manier waarop Klaas Hendrikse naar religie kijkt, vertoont sterke overeenkomsten met de psychologische en filosofische benaderingen van religie door denkers als Freud, Jung en Fromm. Elk van hen heeft religie niet zozeer als een bovennatuurlijk fenomeen beschouwd, maar als iets dat voortkomt uit de menselijke psyche en sociale dynamiek.

Vergelijking met Freud, Jung en Fromm

  1. Sigmund Freud – Religie als Illusie en Projectie
    • Freud zag religie als een psychologische projectie van menselijke verlangens en angsten. In De toekomst van een illusie (1927) stelt hij dat God een soort vaderfiguur is, gecreëerd om troost en orde te bieden in een chaotische wereld.
    • Net als Hendrikse ziet Freud God niet als een objectieve realiteit, maar als een menselijke constructie. Waar Hendrikse echter ruimte laat voor religieuze ervaring als een intermenselijk fenomeen, ziet Freud religie voornamelijk als een neurotische illusie die uiteindelijk overwonnen moet worden.
  2. Carl Gustav Jung – Religie als Archetypische Ervaring
    • Jung was minder afwijzend tegenover religie dan Freud. Hij zag religieuze symbolen en mythen als manifestaties van archetypen uit het collectief onbewuste.
    • In deze zin sluit Hendrikse deels bij Jung aan: religie is niet per se een kwestie van geloof in een persoonlijke God, maar eerder een manier waarop mensen betekenis en structuur aan hun leven geven.
    • Het idee dat God “gebeurt” in menselijke interacties kan verwant worden aan Jung’s idee dat religieuze symboliek in de menselijke psyche een diepere werkelijkheid representeert.
  3. Erich Fromm – Humanistische Religie
    • Fromm onderscheidde autoritaire religie (die draait om gehoorzaamheid aan een externe God) en humanistische religie (waarbij religie een manier is om het eigen potentieel te realiseren).
    • Zijn boek De angst voor vrijheid (1941) stelt dat veel religieuze systemen worden gebruikt om controle uit te oefenen over mensen, maar dat er ook een vorm van religie kan bestaan die de menselijke groei en autonomie stimuleert.
    • Hendrikse lijkt hier sterk op aan te sluiten: hij verwerpt het idee van een God die boven ons staat en oordeelt, en ziet religie als een proces dat zich tussen mensen voltrekt.

Conclusie

De visie van Hendrikse past goed binnen de traditie van deze denkers, vooral als je kijkt naar religie als een psychologisch en sociaal fenomeen in plaats van een objectieve bovennatuurlijke realiteit. Waar Freud religie vooral als schadelijk zag, en Jung het als een psychische noodzaak beschouwde, neemt Hendrikse een tussenpositie in: religie is niet per se “waar” in een metafysische zin, maar het heeft wel betekenis omdat het iets in mensen teweegbrengt.

KS. Bedankt.